Het cluster Verbindende processen – uitvoerend niveau is een cluster dat twee processen op uitvoerend niveau omvat. Doel van dit procescluster is, zoals de naam ook al aangeeft, het verbinden van het cluster Gebruiksbeheer linksonder in het BiSL-schema en Functionaliteitenbeheer, rechtsonder in het BiSL-schema. Inhoudelijk gezien is de relatie met Functionaliteitenbeheer echter veel sterker dan met Gebruiksbeheer.
De cluster Verbindende processen – uitvoerend niveau bevindt zich zoals te zien middenonder in het schema. Kern van dit cluster is het letterlijk verbinden van de clusters links- en rechtsonder. Indien wordt gekeken naar de inhoud, dan hangen de processen binnen het cluster sterk samen met Functionaliteitenbeheer, dus: “changing the business”.
Wijzigingenbeheer is daarin het proces aan de start van de wijzigingen; intake, beoordeling en uiteindelijk in tijdens de uitvoering ook de coördinatie, bewaking en eventuele bijstelling.
Transitie is een tamelijk recht-toe-recht-aan proces dat ervoor zorg draagt dat de in Functionaliteitenbeheer uitgevoerde wijzigingen in productie worden genomen.
Schema cluster Verbindende processen – uitvoerend niveau
In het cluster Verbindende Processen – uitvoerend niveau zijn de processen Wijzigingenbeheer en Transitie te onderkennen. Op aparte pagina’s worden deze processen nader uitgewerkt. Via het menu aan de linkerzijde op deze pagina zijn deze te vinden.
Korte samenvatting processen in het cluster Verbindende processen – uitvoerend niveau
De processen binnen het cluster Functionaliteitenbeheer staan feitelijk ver uit elkaar. Wijzigingenbeheer komt vooral in beeld bij de start van een wijziging, terwijl Transitie juist helemaal aan het eind van een wijzigingstraject zit. Hieronder, onder het kopje “In de praktijk – Volgorde van processen rondom wijzigingen” wordt nog wat verder ingezoomd op de volgorde van activiteiten binnen een wijzigingstraject en hoe dat is vormgegeven in BiSL-processen en -clusters.
Het proces Wijzigingenbeheer kent een belangrijke functie in de intake, coördinatie maar vooral ook in de juiste besluitvorming rondom wijzigingen. En natuurlijk vooral vanuit klantperspectief; waar IT vooral vanuit technisch perspectief kijkt, is hier de insteek het bedrijfskundig perspectief, dus bijvoorbeeld noodzaak, kosten-baten, prioriteitsstelling en dergelijke.
Aan het eind van een wijzigingstraject moet uiteraard de gewijzigde functionaliteit in productie worden genomen. Hier komt het proces Transitie in beeld. Het woord transitie wordt in BiSL gebruikt om de daadwerkelijke inproductiename van de gewijzigde informatievoorziening mee aan te geven. Uiteraard vergt de inproductiename vaak een aanzienlijke inspanning aan de IT-zijde, maar binnen dit BiSL-proces wordt beschreven welke activiteiten aan de klantzijde, en in de praktijk met name door Functioneel beheerders, moeten worden uitgevoerd.
In de praktijk – Volgorde van processen rondom wijzigingen
Binnen BiSL zijn er twee procesclusters te vinden die te maken hebben met (functionele) wijzigingen: Verbindende processen (uitvoerend) en Functionaliteitenbeheer. In het basisboek van BiSL zijn deze twee clusters in twee aparte hoofdstukken beschreven.
In de praktijk leidt dat wel eens tot verwarring over de volgorde van de verschillende processen. Deze loopt namelijk door deze twee procesclusters heen. De hoofdvolgorde van een wijzigingstraject loopt als volgt door de BiSL-processen heen:
1. Wijzigingenbeheer
2. Specificeren
3. Vormgeven niet-geautomatiseerde IV
4. Toetsen en testen
5. Voorbereiden transitie
6. Transitie
Uiteraard is dit de hoofdstroom; er zijn feitelijk dwarsverbanden tussen alle processen te benoemen. Maar door deze hoofdstroom voor ogen te houden zijn alle activiteiten binnen alle processen veel eenvoudiger op een rij te zetten. Dit is vervolgens weer te matchen met de processen en activiteiten binnen met name ASL en in iets mindere mate ook met ITIL.
Onze aanraders
Het basisboek “BiSL, een framework voor business informatiemanagement” en de bijbehorende courseware kunnen wij van harte aanbevelen. De pocketguide biedt een compact overzicht van het model. Voor de praktijk is de zelfevaluatie een mooi startpunt: