Hierna wordt aangegeven waar je de exameneisen van EXIN kunt downloaden. Daarna zijn er de nodige tips waarmee je je voordeel kunt doen.

EXIN exameneisen

De EXIN exameneisen zijn hier te downloaden:

BiSL – Examen bij EXIN of APMG?

Er zijn op twee exameninstituten waar je het BiSL examen op Foundation niveau kunt afleggen: EXIN en APMG. Beide bieden de examens aan gebaseerd op dezelfde stof en met dezelfde omvang en zwaarte. Je hebt dus de keuze. In Nederland wordt vaak gekozen voor EXIN omdat dit de meest bekende is. Als je al eerder examen bij EXIN hebt gedaan kunt je daar dan een certificaat aan het totaal toevoegen. Voor APMG geldt dat zij internationaal voor sommige bedrijven bekender zijn en daarmee de beste keuze.

EXIN – Examentips

In de loop van de jaren zijn een aantal tips verzameld die de slagingskans kunnen verhogen. Doe er je voordeel mee! Het zijn de volgende tips:

  1. Onderschat BiSL niet!
    De grootste faalfactor bij het examen is onderschatting. BiSL is in principe niet erg moeilijk, maar toch staat er voor het examen 60 studie-uren. De cursustijd gaat daar vanaf en als je al flinke praktijkervaring hebt dan kun je er gerust nog eens 10 uur aftrekken. Maar er resteert dan nog altijd een behoorlijk aantal uren om het boek te bestuderen.
  2. Vragen goed lezen
    EXIN, maar ook APMG, kennen een lange traditie van vragen zodanig formuleren waardoor iedereen die de stof niet voldoende beheerst op het verkeerde been wordt gezet. Maar ook al beheers je de stof wel voldoende, het blijft oppassen.
  3. Meerkeuzevragen
    1. Van de 3 of 4 antwoorden zijn er in het algemeen 1 of 2 onzinnig, 1 komt dicht in de buurt en natuurlijk is er maar 1 de juiste. Door de echt foute meteen te schrappen kom je sneller tot het juiste antwoord.
    2. Laat geen vragen onbeantwoord. Weet je een vraag echt niet, gok dan altijd. Er volgen geen strafpunten voor foute antwoorden.
  4. Neem de tijd
    Voor de 40 vragen is 60 minuten de tijd, dit is ruim voldoende.
  5. Terminologie
    BiSL kent een aantal termen, waarvan je de betekenis moet kennen en ook in welk proces de termen thuishoren. In de exameneisen van het EXIN en op de pagina BiSL – Termenlijst staan ze op een rij.
    Een aantal vragen op het examen zijn pure kennisvragen.
  6. De processen
    Uiteraard moet je van elk proces het doel, de activiteiten en de resultaten kennen. Ook het verband tussen de processen is van belang. Je hoeft gelukkig niet alles letterlijk te kennen, maar overal wel de essentie van.
  7. Doe het EXIN proefexamen
    Het EXIN proefexamen geeft een goede indruk van hoe het examen zal verlopen. Doe het examen pas als je de stof voor je gevoel voldoende beheerst. En niet spieken tussendoor natuurlijk!
    Er is overigens altijd een kans dat je vragen uit het voorbeeldexamen ook tijdens het echte examen krijgt. Een goede reden dus om het proefexamen extra goed te bekijken!
  8. Neem de reistijd ruim
    Als je het examen op locatie doet, bij je eigen werkgever of bij Eureka, zorg er dan voor een ruime marge voor de reistijd. Gestrest aan het examen beginnen omdat je maar net op tijd bent is natuurlijk niet bevorderlijk voor de resultaten.
  9. Kom uitgerust
    Een examen is niet iets ‘als klusje tussendoor’. Neem vooraf de nodige rust, slaap goed en probeer andere belangrijke zaken even opzij te zetten. Ook als je online examen doet. Plan dat ook op een voor jou gunstige tijd. Niet midden in de nacht of halverwege de zaterdag, alleen omdat die mogelijkheid er is.
    Tip: Na het examen is het wel zo aardig letterlijk de tijd te hebben om na te genieten van de geleverde prestatie.
  10. Eisen
    In de EXIN-exameneisen (zie bovenaan deze pagina) staat wat je moet weten en beheersen.
  11. Bedenk eerst zelf het antwoord
    Een goede methode om multiplechoicevragen te beantwoorden is om na lezing van de vraag eerst zelf het antwoord te bedenken en dan pas het juiste antwoord uitkiezen. Het kost meer tijd, maar geeft meer zekerheid. Heb je de vraag niet goed gelezen of begrepen, dan zal opvallen dat geen van de antwoorden bij het zelfbedachte antwoord past. En dat is een heel waardevol signaal!
  12. Bekijk alle antwoorden
    Je herkent het vast; na lezing van de vraag lees je bij antwoord B het naar jouw mening juiste antwoord. B dus! Naar C en D kijk je niet eens meer. Toch is het zinvol ook C en D te lezen: al lees je daar inderdaad volstrekte onzin, dan geeft dat extra zekerheid omtrent het juiste antwoord.
  13. Moeilijke vragen overslaan
    Kom je een vraag tegen waar je werkelijk geen idee hebt van het antwoord, of waarbij je heel erg twijfelt, sla deze dan even over. Door de makkelijke vragen eerst te doen groeit je vertrouwen. Daarna is er ruim de tijd voor de moeilijke.
  14. Alle vragen beantwoord?
    Controleer aan het eind nauwgezet of je alle vragen hebt beantwoord. Zeker als je de voorgaande tip opvolgt is er een kans dat een vraag onbeantwoord blijft.
    Weet je op een vraag werkelijk geen antwoord, doe dan een gok. Maar ga dan eerst omgekeerd te werk: welk van de antwoorden is het zeker niet? De kans dat je goed gokt neemt daardoor aanzienlijk toe. Er worden geen strafpunten gegeven voor foutieve antwoorden, dus in het uiterste geval gokken schaadt het resultaat niet.
  15. Toch gezakt?
    Bij het proefexamen kon je al nagaan bij welke processen je zwakke punten zaten. Dat geldt tegenwoordig ook voor het echte examen. Je krijgt het percentage goed beantwoorde vragen per onderdeel/procescluster te zien. Maak goed gebruik van deze feedback en wacht niet te lang met een herkansing: je kennis zakt weg en je moet extra veel moeite doen om dit weer op te halen.